vrijdag 11 februari 2011

De wandelaar
Adriaan van Dis
Augustus, Amsterdam 2007
Roman


Een nieuwe roman van Adriaan van Dis. De beschaafdst pratende Nederlandse schrijver, die nooit zijn kalmte lijkt te verliezen, het gelijk altijd aan zijn kant heeft. Eens de oppergod van de Nederlandse boekenverkoopinvloedspiramide.

Zelf is hij ook alweer 25 jaar een succesvolle schrijver. Van reisboeken/verhalen en van begin af aan behoorlijk autobiografisch geïnspireerde romans. Met Nederlands-Indisch bloed en een voorkeur voor het zwarte continent Afrika en het voormalige apartheidsland Zuid-Afrika beroerde hij onderwerpen die me niet echt passioneerden.
De romans zijn verder goed geschreven literatuur, daar valt niets aan af te dingen. De maatschappijbeschrijvingen kritisch en uptodate en tothepoint.
Met de titel ‘de wandelaar’ en uitspraken van Van Dis dat hij, inmiddels woonachtig in Parijs, urenlang tot tientallen kilometers per dag door de stad wandelt, doet het vermoeden rijzen dat ook deze roman weer een frisse snuif autobiografie vermengd heeft gekregen.

Maar De Wandelaar is anders. Het, zo wel, autobiografische heeft geen dominante stem gekregen. Wist je niet dat Van Dis in Parijs woonde en zich inmiddels als wandelaar afficieerde, dan zou je zeggen: ha! Hij is losgekomen, en schrijft nu vrij wat hij wil!
De wandelaar beschrijft een gedistingeerde man van middelbare leeftijd die zijn schaapjes op het droge heeft en lijdt onder smetvrees en een door-de-stad-wandel-manie. Van het overige leven, de maatschappij, de zwervers heeft hij het liefst zo min mogelijk te maken.
Dat veranderd als hij toevallig opgehouden wordt door een brand in een pand waarin illegalen verblijven. Een hond komt naar hem toe en hij kan hem niet kwijt raken.
Tegelijk komt hij met de politie in contact die hem al snel gaat verdenken van van alles en nog wat, want hij gedraagd zich verdacht – vooral omdat hij wil uitzoeken van wie de hond was, en tegelijk de hond niet kwijt wil, niet van hem af wil.

De hond leidt hem door de stad en van een onzichtbare wandelaar raakt hij door de hond zichtbaar. De hond snuffelt door de stad en de wandelaar snuffelt met hem mee.

Van Dis legt in deze roman uiterst subtiel de huidige status quo van een stad als Parijs bloot: met de zwervers, de illegalen, de armen, de rampzalige situaties in de buitenwijken.
Ook beschrijft hij de hotemetoten, de krant en het journaal – wie ze kent van de tv herkent ze: de journaallezer, de president, de ministers, de acteurs en actreutels.
Een roman met een subtiele urgentie zoals er ook door een Franse schrijver geschreven had kunnen worden.

De wandelaar is welgesteld en hoeft zich persoonlijk geen zorgen te maken. Een figuur zoals je vaak aantreft in romans: personages hoeven niets te doen, hebben alleen maar zorgen over de problemen die het verhaal vormen. Net zoals acteurs in films nooit naar de wc hoeven (en romanpersonages ook niet).
Hier is de situatie echter literaire-figuurlijk actief, omdat de man geheel buiten de werkelijkheid leefde, en door de veranderde situatie, met die hond, juist IN de werkelijkheid betrokken wordt, zich niet meer afzijdig en hautain verwijderd kan houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten